Typische Wortverbindungen und Kollokationen

Karte-Karte	kaart-naar-kaart
topografische Karte | topographische Karte	topografische kaart
selenografische Karte | selenographische Karte	selenografische kaart maankaart kaart van de maan
morphografische Karte | morphographische Karte	morfologische kaart
Karte-zu-Karte	kaart-naar-kaart
vorausbezahlte Karte	oplaadbare betaalkaart elektronische portemonnee
blaue Karte	blauwe kaart 26
grüne Karte	groene kaart
kontaktlose Karte	contactloze smartcard contactloze chipkaart
SIM-Karte	SIM kaart
code-Karte	magnetische badge
hydrogeologische Karte	hydrogeologische kaart
bathygraphische Karte	dieptekaart
ID-Karte	identiteitskaart 1 IDC
graue Karte	kentekenbewijs inschrijvingsbewijs
Isoventen-Karte	isoventkaart isotachenkaart
gefälschte Karte	valse kaart 1
hydrographische Karte	zeekaart hydrografische kaart
geographische Karte	landkaart
astronomische Karte	sterrenkaart hemelkaart
EC-Karte	pinpas 1
angezweifelte Karte	uitgevallenkaart
verdächtigte Karte	uitgevallenkaart
planimetrische Karte	planimetrische kaart
Kusum-Karte	cusum controlediagram voor de gecumuleerde som
steckbare Karte	insteekkaart
topographische Karte	topografische kaart 1
Accelerator-Karte	accelerator
digitale Karte	digitale kaart
thematische Karte	thematische afbeelding
LANX-Karte	LAN-extenderkaart
axonometrische Karte	axonometrische kaart
Z-Karte	Z-kaart

---

100 weitere Verwendungsbeispiele mit Karte

177 weitere Treffer unter Übersetzungen/Wortverbindungen

Gib mir die Karte, Johnny. Die Karte!

Geef me dat sleutelkaartje eens.

   Korpustyp: Untertitel

Schau, die Mütterlichkeits-Karte.

Kijk, hier heb je moederlijke zorgzaamheid.

   Korpustyp: Untertitel

Schick ihnen eine Karte.

- Stuur hem een ansichtkaart.

   Korpustyp: Untertitel

Das ist unsere Karte.

Deze rol wijst ons de weg.

   Korpustyp: Untertitel

Roll die Karte auf.

Sla de papieren open.

   Korpustyp: Untertitel

Wirklich bloß eine Karte!

Daarom ben ik juist zo kwaad.

   Korpustyp: Untertitel

- Wer nahm die Karte?

- Wie nam die mee?

   Korpustyp: Untertitel

- Haben Sie die Karte?

- Gaat het met u?

   Korpustyp: Untertitel

Wo ist die Karte?

Waar is de memo?

   Korpustyp: Untertitel

Das ist seine Karte.

Dat is zijn identiteitsbewijs.

   Korpustyp: Untertitel

Hol die Karte, Gandhi.

Word eens wakker, Gandhi.

   Korpustyp: Untertitel

- Gib ihr die Karte.

Laat haar is kijken.

   Korpustyp: Untertitel

Die Karte wurde von...

Het abonnement is op naam van Tawes.

   Korpustyp: Untertitel

- Ich auch. - Letzte Karte.

-Geef me iets goeds Johnny.

   Korpustyp: Untertitel

"Falls Überlaufen... " Karte.

'Als u wilt overlopen zet koers uit naar... '

   Korpustyp: Untertitel

- Bekomme ich eine Karte?

Mag ik de thermostaat regelen?

   Korpustyp: Untertitel

Ich habe eine Karte.

Wil je het zien?

   Korpustyp: Untertitel

Bring mir die Karte.

Breng mij eens hier wat je daar hebt.

   Korpustyp: Untertitel

Haben Sie eine Karte?

- We moeten de politie bellen.

   Korpustyp: Untertitel

Hast du die Karte?

Heb jij de brief?

   Korpustyp: Untertitel

Eure Karte stimmt nicht.

Dat is Israël.

   Korpustyp: Untertitel

- Gib mir eine Karte...

- Geef eens zo'n sterrenkaart.

   Korpustyp: Untertitel

Bar oder Karte?

Dus... contant of op rekening?

   Korpustyp: Untertitel

Gib mir die Karte.

- Wat klets je nou?

   Korpustyp: Untertitel

Die Karte, bitte, Jack.

Jack, het dossier, alsjeblieft.

   Korpustyp: Untertitel

Hier ist meine Karte.

Hier, pak aan.

   Korpustyp: Untertitel

Ziehen Sie eine Karte.

Kom op, we spelen hoger-lager.

   Korpustyp: Untertitel

Du hast seine Karte.

- Dat was me nogal wat.

   Korpustyp: Untertitel

Ist das `ne Karte?

lk weet sommige dingen zijn.

   Korpustyp: Untertitel

Ein Zehner pro Karte.

Tien cent per stuk.

   Korpustyp: Untertitel

- Hier ist ihre Karte.

Daar zat een pornovideo... bloemist.

   Korpustyp: Untertitel

Hier ist Ihre Karte.

Hier is je troefkaart...

   Korpustyp: Untertitel

- Ich bringe die Karte.

lk zal de lijst halen.

   Korpustyp: Untertitel

Wo ist die Karte?

Waar is het dossier?

   Korpustyp: Untertitel

- Hier ist meine Karte.

Dit is ons adres.

   Korpustyp: Untertitel

Die Karte liegt aber neben einer Karo-Karte.

Hij ligt naast een ruiten.

   Korpustyp: Untertitel

Habt ihrjemanden diese Karte gezeigt?

Heb jij hem verder aan iemand laten zien?

   Korpustyp: Untertitel

Krieg ich bald die Karte?

Krijg ik die sleutel?

   Korpustyp: Untertitel

Aber nehmt die Karte mit.

Goed, neem dit mee.

   Korpustyp: Untertitel

Ich spiele die kulturelle Karte.

lk overtuig ze met cultuur.

   Korpustyp: Untertitel

Wir haben nur eine Karte.

We hebben maar één troefkaart.

   Korpustyp: Untertitel

Willst du die Karte sehen?

- Jawel, kijk zelf maar.

   Korpustyp: Untertitel

Du spielst die Schicksals-Karte?

Je zegt dat het 't lot is?

   Korpustyp: Untertitel

- Kann ich seine Karte sehen?

Mag ik zijn medisch dossier zien, alstublieft?

   Korpustyp: Untertitel

- Zeig es auf der Karte.

- Zoek het op.

   Korpustyp: Untertitel

Sie haben die Karte kopiert.

Je hebt een kopie van de geheugenkaart.

   Korpustyp: Untertitel

Eine Karte ging an Harderberg.

De andere verzonden naar een man genaamd Harderberg.Ken jij Alfred Harderberg?

   Korpustyp: Untertitel

Ich gebe dir seine Karte.

lk heb zijn auto.

   Korpustyp: Untertitel

Hat es die Karte kopiert?

Dan ga ik er achteraan.

   Korpustyp: Untertitel

Das ist eine Baseball-Karte.

Dit is een Panini prentje.

   Korpustyp: Untertitel

Ich konnte die Karte zuordnen.

Jack, ik heb het gevonden.

   Korpustyp: Untertitel

- Ist die Karte meiner Eltern.

- Mijn ouders hun card.

   Korpustyp: Untertitel

Geben Sie mir die Karte.

Geef me de lijst!

   Korpustyp: Untertitel

Setz es auf die Karte.

Doe het in het dossier.

   Korpustyp: Untertitel

Ich gebe ihnen die Karte.

lk geef ze een routekaart.

   Korpustyp: Untertitel

Hast du deine Karte mit?

Heb je je pinpas bij je?

   Korpustyp: Untertitel

Darf ich die Karte sehen?

Mag ik hem zien?

   Korpustyp: Untertitel

Wie alt ist die Karte?

Hoe oud is die?

   Korpustyp: Untertitel

Ich würde meine Karte anschauen.

lk zou ernaar kijken als ik jou was.

   Korpustyp: Untertitel

- Laut Karte ist es hier.

Dit is de 20e eeuw.

   Korpustyp: Untertitel

Ich bringe euch die Karte.

lk haal enkele menukaarten.

   Korpustyp: Untertitel

Haben Sie eine EC-Karte?

- Heb je een chipknip?

   Korpustyp: Untertitel

Er ist unsere letzte Karte.

- Hij is onze enige speler.

   Korpustyp: Untertitel

Ich schreibe dir eine Karte.

lk stuur je wel een ansichtkaart.

   Korpustyp: Untertitel

- Ich bringe Ihnen die Karte.

- lk zal het karretje aanschuiven.

   Korpustyp: Untertitel

Das ist eine komplette Karte.

Dit is helemaal voor ze uitgetekend.

   Korpustyp: Untertitel

Zumindest ist die Karte nützlich.

- En enigszins nuttig.

   Korpustyp: Untertitel

Sie kriegen eine falsche Karte.

lk geef jou een namaakkopie hiervan.

   Korpustyp: Untertitel

Ich habe keine Karte gespielt.

lk speel geen spelletje.

   Korpustyp: Untertitel

Auf der Karte waren Glitzer.

Er zat glitter op.

   Korpustyp: Untertitel

Er gab mir seine Karte.

Hij vroeg of ik modellenwerk wilde doen.

   Korpustyp: Untertitel

- Wie wär's mit der Karte?

Willen jullie de menu's?

   Korpustyp: Untertitel

Ich bin deine beste Karte.

lk ben de beste kans die je hebt!

   Korpustyp: Untertitel

- Ich würde diese Karte kaufen.

- lk zou hem zo kopen.

   Korpustyp: Untertitel

Welche Karte ist die schlimmste?

Welke is de ergste?

   Korpustyp: Untertitel

Du willst diese Karte spielen?

Je... je wilt het op die manier spelen?

   Korpustyp: Untertitel

Was sagt die Karte, Sikorski?

Hoe zit het, Sandusky.

   Korpustyp: Untertitel

Und hier ist dein Kart!

Hier is je skelter.

   Korpustyp: Untertitel

Ich hab ein richtiges Kart!

Eindelijk heb ik een echte skelter.

   Korpustyp: Untertitel

- Spielt man die falsche Karte...

Maar als het fout gaat...

   Korpustyp: Untertitel

Das ist eine Brandschutz-Karte.

Het is een brandgevaar waarschuwing.

   Korpustyp: Untertitel

Schauen Sie auf die Karte.

Kijk eens naar de grafiek.

   Korpustyp: Untertitel

Ich pack eine andere Karte rein.

Even de chipkaart verwisselen.

   Korpustyp: Untertitel

Vielleicht wurde die alte Karte beschädigt.

Misschien was de oude beschadigd.

   Korpustyp: Untertitel

- Vielen Dank Karte wäre schön gewesen.

Een bedankkaartje was leuk geweest.

   Korpustyp: Untertitel

Die Karte hat nie was genützt!

We hadden er al de hele dag niks aan.

   Korpustyp: Untertitel

Zahlen Sie bar oder mit Karte?

Hoe wil je dat gaan betalen?

   Korpustyp: Untertitel

Zum Stern auf der Karte Feld C3.

- Je moet alleen komen.

   Korpustyp: Untertitel

Einzige Karte, die wir noch haben.

- Zit niks anders op.

   Korpustyp: Untertitel

Er hat vermutlich die SlM-Karte herausgenommen.

Zijn simkaart is eruit.

   Korpustyp: Untertitel

Sie können nicht mal Go-Kart fahren.

Trouwens, je kan nog geen eens een speelgoed auto besturen!

   Korpustyp: Untertitel

- Mr. Lomero schickte mir eine Karte.

Zo is het wel genoeg.

   Korpustyp: Untertitel

Eine gute Karte und ich habe dich.

Hé, als ik verlies, krijg je klappen.

   Korpustyp: Untertitel

Wir haben Krusty doch eine Karte geschickt.

Weet je nog dat we Krusty een beterschapkaartje stuurden?

   Korpustyp: Untertitel

Du liest die Karte falsch herum!

Geen wonder dat we verdwaald zijn!

   Korpustyp: Untertitel

Kauf eine Karte wie jede Andere auch.

Jij moet ook een lot kopen.

   Korpustyp: Untertitel

Muss ich eine andere Karte ziehen?

Moet ik nog een memo boven halen?

   Korpustyp: Untertitel

Ich musste die PTBS Karte ziehen.

lk gaf de schuld aan je PTSD.

   Korpustyp: Untertitel

Eine Karte mit einem dämlichen Esel...

En op de postkaart... een of andere domme ezel.

   Korpustyp: Untertitel

Ich schätze, die haben ihre SlM-Karte.

Ze hebben vast haar SIM.

   Korpustyp: Untertitel