Typische Wortverbindungen und Kollokationen

auswärts essen	uit eten 9
Schrott-Essen	minderwaardig voedsel
Inbegriff essen	ie nomen
essen gehen	uit eten gaan 88
Essen machen	eten klaarmaken 5
zu Mittag essen	lunchen 60
Restaurant, bei dem man Essen mitnehmen kann	afhaalrestaurant

---

100 weitere Verwendungsbeispiele mit Essen

344 weitere Treffer unter Übersetzungen/Wortverbindungen

Essen

Categorie:Essen (Noordrijn-Westfalen)

   Korpustyp: Wikipedia

Essener

Essenen

   Korpustyp: Wikipedia

Essen-Bredeney

Bredeney

   Korpustyp: Wikipedia

Essen (Belgien)

Categorie:Essen (België)

   Korpustyp: Wikipedia

Essen (Oldenburg)

Categorie:Essen (Nedersaksen)

   Korpustyp: Wikipedia

Essen! Sie werden was essen wollen!

Snacks, ze willen snacks.

   Korpustyp: Untertitel

- Das Essen ist angerichtet.

- Er is opgediend.

   Korpustyp: Untertitel

Ich mache gerade Essen.

lk ben aan het koken.

   Korpustyp: Untertitel

- Gehen Sie nicht essen?

- Wil je geen toast?

   Korpustyp: Untertitel

Jiji! Essen ist fertig!

Jiji, je ontbijt staat klaar!

   Korpustyp: Untertitel

Ihr Essen ist fantastisch!

- Je meent het.

   Korpustyp: Untertitel

Ich war essen, allein.

Alleen. Met mezelf.

   Korpustyp: Untertitel

- Zum Essen, ja.

- lk begrijp het.

   Korpustyp: Untertitel

Essen vom rohem Fleisch.

Het vreet je op.

   Korpustyp: Untertitel

- Du warst Eis essen?

Je ging naar Pinkberry?

   Korpustyp: Untertitel

Essen sie? Keine Sorge.

Maak je geen zorgen.

   Korpustyp: Untertitel

- Essen wir ihn.

We aten hem op.

   Korpustyp: Untertitel

- Was gibt's zu essen?

Wat staat er op het menu?

   Korpustyp: Untertitel

Gerade sitzen beim Essen!

We moesten recht zitten.

   Korpustyp: Untertitel

Das Essen ist köstlich.

Het is er geweldig, het is...

   Korpustyp: Untertitel

- Essen für das Boot.

Voor 'n boot.

   Korpustyp: Untertitel

Essen die gern Rippchen?

Houden ze van krabbetjes?

   Korpustyp: Untertitel

- Wer darf das essen?

Hoe bepalen we wie dit krijgt?

   Korpustyp: Untertitel

Wir essen zu Mittag.

Dat doen we nu toch?

   Korpustyp: Untertitel

- Und das Essen?

- lk heb een afspraak.

   Korpustyp: Untertitel

- Kaffee, Tee zum Essen?

Wilt u er koffie of thee bij?

   Korpustyp: Untertitel

Das Essen ist unmenschlich.

wildbraad in kabeljauw lever is onmenselijk.

   Korpustyp: Untertitel

Ich würde ihn essen.

lk zou hem opvreten.

   Korpustyp: Untertitel

Essen für den Gefangenen.

Dat moet ik meenemen.

   Korpustyp: Untertitel

Wollen wir zusammen essen?

Wil je me vergezellen?

   Korpustyp: Untertitel

Ich bereite Essen vor.

lk ben aan het koken.

   Korpustyp: Untertitel

- Ja, beim Essen.

- ja, ik zie je aan tafel.

   Korpustyp: Untertitel

Denny bleibt zum Essen.

kun je een extra bord pakken?

   Korpustyp: Untertitel

Möchten Sie essen gehen?

lk weet een leuk eettentje.

   Korpustyp: Untertitel

Ich gehe was essen.

lk ga iets te bikken halen.

   Korpustyp: Untertitel

Essen ist fertig, Mädels.

Iemand... Etenstijd, meiden.

   Korpustyp: Untertitel

Wir lieben gutes Essen.

Geef me een kluif!

   Korpustyp: Untertitel

Ich werde nicht essen.

lk zal niet drinken.

   Korpustyp: Untertitel

Essen mit den Affenmenschen!

Kom maar op, holbewoner.

   Korpustyp: Untertitel

Das Essen wird serviert.

Er wordt opgediend, Ridder.

   Korpustyp: Untertitel

- Ich hasse chinesisches Essen.

lk vind Chinees niet te vreten.

   Korpustyp: Untertitel

- Die essen es vorher.

- Ze zijn al eerder opgegeten.

   Korpustyp: Untertitel

Das Essen war köstlich.

Toch heeft ie 'n punt.

   Korpustyp: Untertitel

Was Gutes zu essen.

En er is genoeg voor ons allemaal.

   Korpustyp: Untertitel

Das Essen kommt gleich.

lk zal je wijn inschenken.

   Korpustyp: Untertitel

Ja. - Es gibt Essen.

Al onze vrienden zijn, als, gek ervan.

   Korpustyp: Untertitel

- Könnte ein Pferd essen.

lk rammel.

   Korpustyp: Untertitel

Essen für die Schule.

Broodtrommeltje mee naar school.

   Korpustyp: Untertitel

- Machst du mir Essen?

Ga je voor me koken?

   Korpustyp: Untertitel

Wollen wir hier essen?

Het is zo'n 45 minuten hier vandaan.

   Korpustyp: Untertitel

Essen Sie weiter."

Gaat u verder met uw voorgerecht."

   Korpustyp: Untertitel

Essen ist da.

De avondmaaltijd is er.

   Korpustyp: Untertitel

Das Essen ist fertig.

De soep is klaar.

   Korpustyp: Untertitel

- Wer bezahlt das Essen?

- U. Wie heeft de hapjes gekocht?

   Korpustyp: Untertitel

Ich könnte was essen.

lk zou wel wat lusten.

   Korpustyp: Untertitel

- Komm. Zeit zu essen.

- Het is etenstijd.

   Korpustyp: Untertitel

Du musst was essen.

We zullen het afhalen.

   Korpustyp: Untertitel

Hör auf zu essen.

Stop maar, hij moet worden opgewarmd.

   Korpustyp: Untertitel

Ich war beim Essen.

lk was in de eetzaal.

   Korpustyp: Untertitel

Möchtest du was essen?

Kan ik iets voor je halen?

   Korpustyp: Untertitel

Gib mir das Essen.

Geef op die hap.

   Korpustyp: Untertitel

Haben Sie zu essen?

Houdt u 't vol?

   Korpustyp: Untertitel

Dann lasst uns essen.

Val maar aan, dan.

   Korpustyp: Untertitel

Willst du was essen?

Hou je van blinde vinken?

   Korpustyp: Untertitel

Möchten Sie was essen?

Heb je trek in een hapje?

   Korpustyp: Untertitel

Wie schmeckt das Essen?

lk haal het wel.

   Korpustyp: Untertitel

Kein Essen, kein Wasser.

Wiens idee was het?

   Korpustyp: Untertitel

Egal, was Sie essen!

lk dronk nooit gin en ginger ale.

   Korpustyp: Untertitel

Ich kann nichts essen.

- lk krijg geen hap naar binnen.

   Korpustyp: Untertitel

Bringt mir mehr Essen!

Breng me alles wat je hebt!

   Korpustyp: Untertitel

Das Essen ist fertig.

Het middageten is klaar.

   Korpustyp: Untertitel

2.000 Essen am Tag.

2, 000 maaltijden per dag.

   Korpustyp: Untertitel

Jetzt essen wir erstmal.

Bikken maar.

   Korpustyp: Untertitel

Das Essen ist fertig.

We kunnen aan tafel.

   Korpustyp: Untertitel

Vor dem Essen waschen.

Je komt schoon aan tafel.

   Korpustyp: Untertitel

Was kostet das Essen?

Wat kosten de dinerkaartjes?

   Korpustyp: Untertitel

Gehen wir zusammen essen?

lk vraag je mee uit.

   Korpustyp: Untertitel

Lieferjunge für chinesisches Essen.

lk ben de bezorger.

   Korpustyp: Untertitel

Möchten Sie etwas essen?

Wat wilt u bestellen?

   Korpustyp: Untertitel

Jeder werde das essen?

Wat is iedereen netjes gekleed.

   Korpustyp: Untertitel

Ich liebe thailändisches Essen.

- Lust je Thai?

   Korpustyp: Untertitel

Sonst essen wir Sahnetorten.

Normaal hebben we taart met slagroom.

   Korpustyp: Untertitel

- Kein Fernsehen beim Essen...

Geen tv aan tafel.

   Korpustyp: Untertitel

Wir essen um sieben.

Dinner is om 7 uur. lk bedoel Eva.

   Korpustyp: Untertitel

Will jemand was essen?

Iemand trek in een snack?

   Korpustyp: Untertitel

Essen für das Volk.

Kalkoen voor 't volk.

   Korpustyp: Untertitel

Wir gingen Chinesisch essen.

ln een Chinees restaurant kregen we gelukskoekjes.

   Korpustyp: Untertitel

Wir bestellen kein Essen!

Laat mij maar eens:

   Korpustyp: Untertitel

Essen Sie zuckerfreies Kaugummi?

Kauwt u suikervrije kauwgum?

   Korpustyp: Untertitel

"Die Aale essen."

'De alen aten het'.

   Korpustyp: Untertitel

- Willst du nichts essen?

- Nee, niets.

   Korpustyp: Untertitel

Gleich gibt's Essen!

10 minuten tot etenstijd!

   Korpustyp: Untertitel

Das Essen ist serviert.

-We kunnen aan tafel.

   Korpustyp: Untertitel

Das Essen ist beschissen.

Dit is niet te vreten.

   Korpustyp: Untertitel

Das leckere Simpsons-Essen.

Mr Bergstrom is vandaag vertrokken.

   Korpustyp: Untertitel

Höre auf zu essen.

Hou op te vreten.

   Korpustyp: Untertitel

Geh du alleine essen.

Ga maar alleen voeden.

   Korpustyp: Untertitel

Essen wir 'n Happen?

Heb je al ontbeten?

   Korpustyp: Untertitel

- Bin beim Essen.

Ken je Malinda Goodman?

   Korpustyp: Untertitel

Wer will italienisch essen?

Wie wil er Italiaans?

   Korpustyp: Untertitel